Les Courtes - Swiss Route

Eind Februari klommen Niek, Maarten, Bas en ik de Swiss Route op Les Courtes in het Mont Blanc gebied. De condities waren redelijk hard, met veel blank ijs in de wand. Voor ons allen was het een hele belevenis, zeker gezien het weer zijn truckendoos goed opentrok. In totaal waren we 23 uur aan één stuk onderweg en droegen, zoals zo onderhand gewoonte lijkt te worden, onze skies de berg over zonder er ook maar één meter op te skieen. We kwamen zonder ernstige kleerscheuren de berg weer af, maar Maarten en Bas liepen helaas wel bevriezingsverschijnselen op aan hun vingers. Mocht je er lekker warm bij zitten en wat tijd omhanden hebben, kijk dan de video gecompileert door maarten of lees hieronder mijn uitgebreid relaas.

 

In de schemer kijk ik tussen mijn benen door naar beneden en zie het ijs wat in net met mijn stijgijzers heb losgetrapt 200 meter de diepte in verdwijnen. Ik kijk naar mijn bijlen. Ze steken beiden zo'n 5 cm in het bomvaste firn. Rustig beweeg ik de linker aan het heft heen en weer. De bijl komt los en met een zachte tik sla ik hem drie kwart meter hoger weer in de wand. Ik herhaal hetzelfde kunstje met mijn rechter. Dan klim ik met mijn voeten vier kleine stappen omhoog, waarbij ik de punten van mijn stijgijzers met ferme schoppen in het firn plaats.

CourtesB_04

We zijn een uur geleden over de randspleet van de noordwand van de Courtes geklouterd en hebben de eerste paar honder meter van de wand snel achter ons gelaten. Ik zie dat Niek en Maarten zo'n 20 meter boven me stil blijven staan net onder een duidelijk stijler, technischer en ijziger stuk. We overleggen kort: zekeren of verder soleren? Om onze snelheid vast te houden kiezen we voor het laatste. Ik besluit bovendien rechtsom langs de rotspartij te klimmen waar Niek ondertussen links van hangt te hakken. Daardoor kunnen we tegelijkertijd klimmen. Snelheid is in deze lange noordwand onontbeerlijk.

Ondertussen komt de zon op en het is kraakhelder. Het belooft zoals voorspeld een mooie dag te worden. Honderd meter hoger komen we bij de eerste crux passage. 60 m tot 70 graden volgens het gidsje. Het ziet er erg aper en ijzig uit. We halen de touwen te voorschijn. Niek klimt voor en baant zich gestaag een weg omhoog. Omdat Maarten en ik onze skies dragen om als we eenmaal boven zijn de noordoostwand af te skieen hebben we besloten met zijn vieren maar één dubbeltouw mee te nemen. Het plan is om van de 800 meter lange route alleen de twee crux lengtes uit te zekeren. Één op éénderde van de wand, en één op twééderde. Niek klimt dus aan één streng van het dubbeltouw omhoog zodat, nadat ik hem gevolgd ben, ik Bas en Maarten aan de tweede streng omhoog kan zekeren.

Als ik bij Niek kom wacht me echter een verrassing. Het stijle ijs gaat gewoon verder en we zien geen gemakkelijk terrein boven ons. We twijfelen geen moment en wisselen van rol. Terwijl mij 'on belay' neemt gris ik ijsboren en setjes van zijn gordel en begin dan de lengte voor te klimmen. Terwijl Niek mij zekert, zekert hij ook Bas en Maarten omhoog aan de tweede streng: Tijd sparen. Als het touw op zijn eindje loopt zie ik voor me dan toch het 45 graden sneeuwveld wat zo markant midden in de wand zit geplakt. Net ervoor maak ik stand aan een paar roestige mephaken in een rotsspleet links van me.

CourtesB_07Niet veel later komt Niek bij me aan en begint over het sneeuwveld omhoog te stampen. Hij blijft ingebonden want zo'n 80 meter hoger doemt de volgende ijswand al weer op. Ik geef hem touw en zeker tegelijkertijd Bas en Maarten omhoog. Als het touw tussen mij en Niek strak komt te staan volg ik hem, ook al heeft hij in de sneeuw geen tussenzekeringen gelegd en ook nog geen standplaats gebouwd. Het is gemakkelijk terrein en dit lijkt me een ok optie. Als ik bij Niek aankom, die ondertussen stand heeft gebouwd net onder de stijle ijswand, is hij ziedend. WAT DOE JE NOU MAN??? Dit is levensgevaarlijk. Als jij was gevallen had je mij meegsleurd en was ik 120 meter omlaag getiefd. Ik geef toe dat dit redelijk lijp was. Misschien een foute beslissing van mijn kant, alhoewel een val in het gemakkelijke terrein niet direct voor de hand lag.

Geen tijd voor lange discussies. Ik hang alweer in het ijs. Door, door, door. Het blijkt best een pittige lengte te zijn: de twééde crux. Er komen voordurend ladingen spindrift over me heen. Ik vorder langszaam maar zeker en ben op dit moment erg blij met mijn Kalanka jas waarvan de über grote capuchon over mijn ski helm past. Boven moet ik even zoeken naar goed ijs voor de standplaats.

Tijdens het zekeren kijk ik voor het eerst weer eens goed om me heen. Verdomme, de lucht is drijgend grijs en om ons heen verzamelen zich woken. DAT IS NIET DE BEDOELING! Waar is nu dat voorspelde 'Grand Beau'? Het is ondertussen ook al schrikbarend laat: drie uur in de namiddag. Dit gaat veels te langszaam. We snakken naarstig naar soleerbaar terrein. Het wordt iets minder stijl, en het ijs is bedekt met een brokkelige sneeuwlaag. Soleren met die handel! Stap voor stap ga ik hoger. Ik voel me onwennig zonder de relatieve veiligheid van het touw. Ik kom maar slecht 'in the mood'. Ik begin ook de hoogte te voelen. 3600 meter zegt mijn horloge. Nog 250 hoogtemeter te gaan.

Ondertussen klim ik op blank ijs. Ritmisch werk ik mezelf omhoog. Af en toe daalt er een regen van ijsdeeltjes, losgehakt door mijn maten, op me neer. Verdomme wat haat ik dat. Mentaal blijf ik een beetje van het padje. Ik vind het maar eng. Het begint licht te sneeuwen en harde windvlagen rukken aan me. Gelukkig is het ijs goed en de plaatsing van mijn voeten en bijlen solide.

CourtesB_09Nog twee uur klimmen we zo door. Het gaat langszaam. Ik kan Maarten, die zo'n 50 meter boven me me klimt, nauwelijks zien. Ik begin aardig moe te worden en vrot een reep in mijn strot. Ik heb de hele dag pas een half kopje thee gedronken. Plotseling hoor ik een opgewonden kreet en Maarten's schim verdwijnt. Hij heeft de topgraat bereikt. Zoals ik later verneem belt hij onmiddellijk het thuisfront om te melden dat we boven zijn. We hebben in het winterraum van de Refuge d'Argentiere namelijk geen bereik. Ik werk me met man en macht over de laatste tientallen meters ijs. De wind blijft aan me rukken en sneeuwvlagen vliegen horizontaal aan me voorbij. Dan plof ik over de rand op de besneeuwde topgraat. Ik werp me hijgend, kompleet naar de klote op de grond naast Niek. Niet veel later voegt Bas zich bij ons.

Deel één van ons avontuur zit er op. Maar we moeten de berg ook nog af. We weten het allemaal. Het is bijna donker, we zitten in de wolken, het waait als een dolle en het sneeuwt: dit wordt geen gemakkelijke onderneming. Blijven concentreren. Maarten gaat voorop over de graat richting het oosten. Niek volgt. Daarachter komt Bas en ik sluit de rij. Ik heb het ijskoud in de snijdende wind en begin te trillen. We klimmen zijdelings langs de windlip die zich op de graat heeft gevormd. Lijf aan de noordkant van de berg, armen met pikkels over de lip, diep in de sneeuw. We verwachtten redelijk eenvoudig terrein, zoals we dat op de plaatjes in de gids hadden gezien. Helaas. Hier en daar steken rotsen door de sneeuw. In de mist weten we niet goed waar we van de graat af moeten om in de noordoostwand terecht te komen.

We zien twee prusiks om een rotsblok. Abseilen? Is dit de plek? Geen idee. We turen in de mist naar beneden. We besluiten verder te traverseren tot Maarten boven het geluid van de wind uit schrreeuwt: 'Hier gaat het niet verder'. Voor hem gaat de graat stijl naar beneden en de sneeuw wordt doorboort door rotstorens. We kijken elkaar aan. Terug naar de prusiks. Op goed geluk naar beneden dan maar, en hopen dat degenen die ze gelegd hebben wel zicht, en een beetje gezond verstand hadden. Ik ril van de kou en denk al lang niet meer helder. Ik laat de jongens de beslissingen nemen. Ik weet uit het adventure racen dat er soms momenten zijn waarop je gewoon moet toegeven dat je maten in een betere staat verkeren dan jij en dus betere beslissingen kunnen nemen.

Als ze het touw uit hebben gehangen klipt Bas zich in en laat zich de diepte in zakken. Als het touw slap komt te hangen gaat de volgende, en zo verder tot we gevieren precies 60 meter lager bij een tweede rotsblok met een prusik staan. We hebben nog steeds slecht zicht en staan in terrein met zowel rotsten als sneeuw. Heel anders dan we op basis van de afbeelding van de NO wand in het gidsje verwacht hadden. Toch had de gids die we kort in het bivak getroffen hebben gezegd dat er twee abseils ingericht waren. Dit zou het kunnen zijn. We gaan verder. Weer 60 meter lager nog steeds veel rotsen en 50 graden stijl terrein. Bas heeft het óók stervenskoud. Hij wil niet meer voorop. Als Niek vervolgens in het touw gaat hangen om de kop over te nemen schiet de slinge waar we met zijn vieren in hangen bijna van de rots. Niek ontlast het touw snel en we fiksen het probleem. Door het oog van de naald noemen ze dit.

De jongens hebben ondertussen hun donsjassen aangetrokken. Die van mij zit helemaal onder in mijn rugzak waar ook nog eens skies op zitten. Klote. Te veel moeite om hem er uit te halen. Na de vierde abseil staan we in 45 graden terrein met voornamelijk kniediepe verblazen sneeuw. Dit gaat erg langszaam zo. We hebben nog 600 meter te gaan en het is ondertussen 9 uur 's avonds. Door het vele stilstaan hebben we het nog steeds ijskoud. Terwijl Bas en Maarten nog boven ons zijn kijk ik Niek aan: 'Ik vind dat we het af moeten klimmen. Solo.' Hij knikt. Wil je het proberen? Ik knik en klip me uit het touw. Voetje voor voetje begin ik af te klimmen. De houvast is OK, al is je achteruit voortbewegen altijd shit omdat je nou eenmaal geen ogen in je kont hebt. Geleidelijk krijg ik het weer warmer doordat ik me beweeg.

CourtesB_02Ik pik ritme op. Dit gaat goed. Gestaag klim ik de wand af. Ik probeer goede treden te maken voor de jongens boven me. Ik maak vaart. We moeten zo snel mogelijk naar beneden en zo krijg ik het tenminste warm. Er daalt zo af en toe een stroom van sneeuw op me neer. Ik weet niet of de jongens die losmaken, of dat hij vanzelf uit hogere delen van de wand naar beneden komt. Doorgaan. Nee wacht even. Niet te ver uit elkaar. Ik wacht tot ik met Niek kan communiceren. Hoe gaat het daarboven? Goed? En met Bas en Maarten? Ook OK. Plotseling hoor ik Maarten schreeuwen. Pijnkreten. Wat is er aan de hand? Hij zegt dat zijn handen opwarmen. In mijn onderbewustzijn begint een lampje te knipperen. De enige keer dat ik heb moeten schreeuwen van de pijn toen mijn ledematen warmer werden was toen ik mijn tenen bevroren heb in de Pallavicini Rinne op de Gross Glockner... Geen tijd om er verder aandacht aan te besteden. Door.

Een paar uur klimmen we zo gestaag naar beneden. Het gaat goed. We houden de hoogtemeter goed in de gaten om niet onverwachts in de randspleet te storten. Van boven kun je deze vaak slecht zien. Ik klim nog steeds als eerste en sta vaak stil om onder me te turen. Route kiezen. Scannen voor de randspleet. Als we hem uiteindelijk bereiken blijkt hij te bestaan uit een aantal brede kloven. We overleggen hoe we er over zullen komen. De rotsten die hier uitsteken zijn verkeerd gelaagd voor een abseil. Niek beging een sneeuwpeer te maken. Ik besef min of meer onmiddellijk dat dat niet gaat werken. Wat er in de helling ligt is alleen maar suikersneeuw waar je touw nul houvast in heeft.

Ietwat ongecoordineert werken we aan drie opties tegelijk. Niek bouwt zijn peer. Ik begin mijn skie in te graven bij wijze van totermann, en Maarten graaft een rots uit. Als Niek de peer beproeft blijkt mijn vermoeden te kloppen. Snel bouwen we om en maken het abseiltouw vast aan de ingegraven ski. Niek begint met abseilen en zoekt zich een weg door de spleten. Ondertussen heeft Maarten een geschikte rots uitgegraven. Dit is echter niet meer nodig. Niek vindt een relatief gemakkelijke weg door de spletenzone. Maarten en Bas volgen hem per abseil. Dan graaf ik mijn ski uit en volg, van beneden gezekerd, dezelfde route.

Erg opgelucht staan we onder de spleet. We zijn eindelijk van de berg af. Er rest ons een redelijk eenvoudige aftocht richting de Refuge d'Argentiere. Niek en Bas beginnen te stiefelen terwijl Maarten en ik overleggen te skieen. Toch maar niet. Vermoeidheid en diepe sneeuw met harschdeksel dat is vragen om blessures. Als ik begint te lopen zie ik Maarten hard op het sneeuwdek smakken. Hij tolt om zijn as en stuiterd zo'n 30 meter naar beneden over de 35 graden stijle sneeuwkoker waar we ons op bevinden. Gelukkig verwond hij zich niet, maar de figuurlijke stuipen hebben mijn lijf weer eens gevonden. Blijkbaar wilde hij proberen op zijn kont te glijden, daarbij even vergetend dat zijn skies nog een halve meter onder zijn rugzak uitstaken... Bekomen van de schrik gaan we op weg naar het bivak. Kompleet naar de klote en ietwat ontdaan komen we hier uiteindelijk 23 uur na ons vertrek aan. Les Courtes, het blijkt een hele onderneming.

wildboyz

click the image for a picture slideshow

2 3 4 5 6 7 8a 8b 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19